Categorieën
Natuur

Hoe je niets doet voor de natuur en er toch bij wint

Nog tot en met 6 juni loopt in Vlaanderen de Week van de Bij. Zopas werd de Maai Mei Niet-actie van Knack afgesloten (hiervoor lieten vele duizenden Vlamingen hun gras een maand lang ongebreideld groeien). Beide acties inspireerden mij tot dit blogbericht, over nieuwe weilandjes, bloemen en bijen.


Op een felrode klaproos ontdekte ik een heel klein wild bijtje.

Maai Mei Niet

Dit voorjaar pakte Knack uit met Maai Mei Niet, een actie ingegeven door Dirk Draulants en geruggesteund door partners als Velt en Mijn Tuinlab.

De insteek: je kunt de natuur ook helpen door gewoon niets te doen voor die natuur. Dat nietsdoen stond synoniem voor één maand lang je gras niet maaien. Goed voor de natuur en, groot voordeel voor de deelnemers, het gaf hen meer tijd om te kijken naar dat groeiende gras en te genieten van de impact van hun actie op de natuur. Om te ontdekken ook welk leven zijn weg vond naar de vele bloemen die tussen het lange gras opdoken.

En natuurlijk deden wij mee. Niet met ons lapje gras in de voortuin, daar ging de maaier nog een keer overheen in mei, maar de rest van de tuin lieten we ongemoeid.


Witte klaver lijkt wat gewoontjes, tot je de bloem van dichtbij bekijkt.

Blije bijen

In september 2020 haalden we onze grasmaaier voor het laatst boven in onze achtertuin. Daarom was het gras een centimeter of tien toen het de winter inging. In april groeide het maar matig, onvoldoende om het al een eerste keer te maaien. En toen kwam mei met zijn regenvlagen. Weer dat niet alleen heilzaam was voor de planten in onze bedden en de borders maar ook voor het gras. Tijdens de voorbije tien dagen transformeerde ons gazon naar een weilandje, met bloeiende grassen en planten als witte en rode klaver, madeliefje en vogelmuur.

Eind mei konden wij als deelnemer van Maai Mei Niet de nectarscore van ons wilde gazon laten berekenen door KU Leuven. Ik telde de bloemen op een doorsnee-vierkante meter en stuurde de telling in. Nog geen minuut later las ik dat het weilandje in onze achtertuin dagelijks nectar voorziet voor 153 bijen.


Een honingbij verkent een bloempje van de witte klaver, op zoek naar nectar.

153 blije bijen, ik zie ze zo voor me. De honingbijen van de schuinoverburen, Imkerij Naïs, en de wollige hommels en de vele wilde bijen die onze tuin aandoen in hun zoektocht naar voedsel.

Het kille, natte weer was niet heilzaam voor de bijen. Het bleef lang stil in de tuin. Maar met de zon, kwamen ook de bijen weer terug. En met de bijen ook de andere insecten: de vlinders, de zweef- en andere vliegen, en de kevers.


De subtiele schoonheid van de kruipende boterbloem.

De boterbloemen zijn in trek bij het bijenvolk.

Pinksterbloemen en oranjetipjes

Bloemen in ons gazon, ze hoorden er altijd bij. Klaver, madeliefjes en boterbloemen overleefden de tweewekelijkse maaibeurten. De plantjes bleven gedrongen maar bloeien deden ze, al staken hun bloempjes vaak amper boven het maaiveld uit.

Dit voorjaar kregen de planten alle ruimte. En zo ontdekten we ook nieuwe planten, zoals een tiental pinksterbloemen verspreid in het gras. Oranjetipjes (vlinders met oranje vlekken op de vleugels) houden van deze planten. Ze zetten er hun eitjes op af. Hun rupsen eten nadien van het pinksterbloemzaad. Ik hoopte dat ik enkele oranjetipjes zou spotten, maar helaas.


Dit jaar bloeien er voor het eerst pinksterbloemen in onze tuin.

Voor het eerst hebben we ook vergeet-me-nietjes tussen het gras, zaailingen van de plantjes die de frambozen gezelschap houden (een topcombinatie, las ik ooit). Klaproosjes staan er ook, kleine frêle plantjes. In de borders vlakbij staan hun zwaarlijvigere familieleden.

Vogelmuur, met die minuscule en bijzonder mooie, witte bloempjes, is goed vertegenwoordigd in ons weilandje. Net als de hondsdraf die van de gelegenheid gebruikt maakt om zijn territorium fors uit te breiden.


Rode klaver, waarvan de bloemen toch altijd meer roze zijn dan rood.

Links een vogelmuurbloempje, rechts een aar van de gestreepte witbol (een gras dat bij niemand geliefd is, las ik op Ecopedia).

Betovering

Na acht maanden is onze achtertuin herschapen in een kleine wildernis. Randen zijn verdwenen, verhoudingen zijn veranderd en we beseffen nu pas hoe divers het gras onder onze voeten altijd was. Het gaat van spichtige grassen met fijne halmen (sommige tot wel een meter hoog) tot robuuste pollen met korte, brede aren. De kleuren van de bloeiwijzen variëren van lichtgroen tot fel frambozenrood.

Wie had ooit kunnen denken dat er zich zelfs olifantenpaadjes zouden gaan aftekenen in het gras? Zoals het platgelopen stukje tussen ons snipperpad en de impro-serre waarin de slaplantjes na weken van afwachten eindelijk aan het groeien zijn gegaan.


Hoe prachtig, die meeldraden van het gewoon biggenkruid.

De voorbije dagen trok ik bijna dagelijks naar buiten met mijn fototoestel, om foto’s te maken van bloemen en bijen. Ook andere insecten passeerden voor de lens: een zwartpootsoldaatje (mijn eerste waarneming van dit insect ooit!), zweefvliegjes en kleine kevertjes die ik niet allemaal kon determineren.

Ik raakte ook betoverd door de details van de vele bloemhoofdjes, stampers en meeldraden, die de macrolens uitlichtte. Zoveel schoonheid in onze tuin.

Pure verwondering!

En wat nu?

Mei is voorbij. Uit praktische overwegingen worden stukjes van ons weilandje later deze week weer gemaaid. Waar de bloemen welig tieren, laten we het gras nog even staan.

Ondertussen verschijnen alsmaar meer bloemen in onze bedden en borders. En ook zij weten de insecten met gemak te verleiden tot een bezoek.

Wordt vervolgd.


Dit zwartpootsoldaatje klampte zich vast aan een verdord blad tussen het hoge gras.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Don`t copy text!